Hey @basvanbommel,

Wat een gaaf onderwerp hebben jullie gekozen. Met het onderwerp resonantie kun je inderdaad veel verschillende kanten op, maar het testen van de eigenfrequentie is een heel mooi onderwerp. Je kunt dan bijvoorbeeld kijken naar de invloed van de dikte van het glas of de vorm van het glas op de eigenfrequentie. Met een toongenerator en veel verschillende soorten glas kun je dan hele gave experimenten doen. Eventueel zou het zelfs mogelijk zijn om bij ons langs te komen in de dode kamer, om zo de invloed van geluid van buitenaf te minimaliseren. Om jullie echter te helpen met jullie deelvragen, heb ik eerst wat meer informatie nodig over de deelvragen die jullie nu al hebben en de onderwerpen waar jullie verder zelf al over nagedacht hebben?

Laat maar weten!

Groetjes,
Lennard

Hi @Iris-0 ,

Ik heb binnen de TU gezocht, maar heb hier eigenlijk niets over kunnen vinden binnen de faculteiten.
Ik denk dat je het beste bij de universiteit Leiden of Erasmus Universiteit verder kunt zoeken.

Ik wens jullie veel succes!
Tadjiro Velzel

@lizloosen
hoi Liz,

wij zullen er morgen bij zijn.

met vriendelijke groeten,
Jasper van den Bos

Hey @Twan-0,

Wat een interessant onderwerp hebben jullie gekozen! Een interview is zeker mogelijk, wanneer zouden jullie dit ongeveer willen doen? Of een rondleiding ook mogelijk is kan ik niet met zekerheid zeggen, dat zal ik even moeten navragen. Op dit moment zijn er namelijk werkzaamheden bij de reactor, maar ik ga voor jullie kijken of dit mogelijk is. Laat maar weten als je verder nog vragen hebt!

Groetjes,
Lennard

@lennardd,
Komt goed. Je kan hem naar 1008970@leerling.tabor.nl sturen.
MVG,
Tim

Hey @lennardd

het zou erg fijn zijn als je kon op vrijdag
de tijd maakt mij niet uit. kun je sturen waar en hoe laat ik kan komen als het vrijdag kan

Groeten,
Jesse

Hey @Froukje-0,

Dat is begrijpelijk, zonder veel ervaring met data analyse is het erg lastig om dergelijke grote hoeveelheden data te onderzoeken. Een literatuuronderzoek kan ook heel interessant zijn! Zoeken op Google Scholar is inderdaad een goede tip, het is alleen jammer dat er zoveel artikelen achter een paywall staan. Zelf zou ik aanraden om Scopus te gebruiken. Dit is een vergelijkbare database waar minder artikelen achter een paywall staan. Bovendien heb ik toegang tot alle artikelen, dus als je mij een dm stuurt dan kan ik een artikel voor je downloaden.

Mijn grootste tip voor jullie zou echter zijn om niet te beginnen met academische papers, maar met academische boeken. Papers hebben vaak een erg hoge informatiedichtheid en zijn geschreven voor professionals, lastig te begrijpen dus. Het is daarom beter om boeken voor studenten te gebruiken om jezelf in te lezen, daarna voor de specifieke informatie wat papers te lezen. Hierbij een WeTransfer toegevoegd met wat oudere boeken, zoek zelfs eens of je misschien ook wat recentere boeken kunt vinden: https://we.tl/t-SGc7cniYXq. In ieder geval is het goed om te beginnen met het boek "Exploding Superstars" van Alain Mazure (ook in de WeTransfer).

Ten slotte zijn tools zoals ResearchRabbit en Zotero erg handig om het overzicht te bewaren binnen de papers die jullie gevonden hebben en om aanverwante papers te vinden. Ik zou jullie zeker aanraden om een van deze tools te gebruiken.

Hopelijk heb ik jullie hiermee kunnen helpen, maar als je verder nog vragen hebt, dan hoor ik het graag!

Groetjes,
Lennard

Hey @Röntgenstraling,

Geen probleem! Fijn om te horen dat jullie op deze andere universiteit terecht kunnen. Ik heb nog geen reactie ontvangen helaas. Mochten jullie verder nog vragen hebben over de aanpak van jullie experiment of het werken van de resultaten, dan kun je altijd contact opnemen!

Veel succes!

Groetjes,
Lennard

@isa_noordink Hoi Isa,
Mooie opstelling voor een experiment! Hebben jullie ook gedacht aan het minimaliseren van de frictie bij de lagers, en aan het feit dat het moment 0 moet zijn wanneer de propellor geen kracht uitoefent. Zodra dit goed is, is de formule voor de kracht heel simpel. Je brengt massa namelijk in verband met kracht dmv Newtons 2e wet: F = ma, waar a de versnelling is. Voor zwaartekracht is deze versnelling altijd 9.81 m/s^2, die ook wel wordt aangeduid met de letter g. De formule voor kracht wordt dan : F =mg.

Ik hoop dat ik je hier genoeg mee heb geholpen. Bij andere vragen kan je die altijd op het forum stellen!

Mvg Karel

Hey @Jaspervan,

Als je een eigen laptop hebt dan zou het ook fijn zijn als je deze meeneemt om aan te sluiten op de spectrometer. Je hebt hiervoor de volgende software nodig: https://www.thorlabs.com/software_pages/ViewSoftwarePage.cfm?Code=CCS.

Groetjes,
Lennard

Hoi @annesophievda,

Ik vind het ook lastig om hier direct iets bij te verzinnen. Je kan wel iets van krachten meten met gewichten (je kan uitrekenen hoe veel kracht er wordt uit geoefend op een prothese door er gewichten aan te hangen). Dan heb je geen krachtmeter nodig. We kunnen als jullie willen ook een keer videobellen om samen te brainstormen. Als jullie dat willen laat het dan vooral weten.

Groetjes, Cian

Hey @mariekeVS,

Wat een interessant onderwerp! Zoals je bij het uitwerken van de eerste twee deelvragen wellicht al hebt gemerkt, beschrijven de speciale relativiteitstheorie en de algemene relativiteitstheorie vooral objecten bij grote snelheden, met grote massa's of over grote afstanden. Het bewijzen van deze theorieën heeft daarom miljarden euro's gekost. Het is dan ook niet zo eenvoudig om zelf een experiment op te zetten.

Het enige experiment dat wellicht mogelijk zou zijn is het plaatsen van klokken op twee verschillende hoogtes. Doordat het zwaartekrachtveld op het aardoppervlak groter is dan op het aardoppervlak, zal de tijd op het aardoppervlak langzamer gaan (algemene relativiteitstheorie). Het gaat hier echter om zulke kleine verschillen dat je óf heel goede klokken nodig hebt, óf over een heel lange tijd moet meten.

Wat je eventueel wel kunt doen is op internet zoeken naar ruwe metingen die door onderzoekers zijn gedaan en waaruit je met wat data-analyse een van de theorieën kunt bewijzen. Als alternatief kun je een soort analogie experiment doen waarmee je de theorie niet bewijst, maar juist uitlegt. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan het uitbeelden van de kromming van de ruimtetijd met een rubberen vel en gewichten. Ten slotte kun je als praktisch deel ook een interview doen met iemand die er meer verstand van heeft.

Hopelijk heb ik je hiermee kunnen helpen, maar als je verder nog vragen hebt, hoor ik het graag!

Groetjes,
Lennard

Hey @Bruno-0,

Leuk om te horen dat je geïnteresseerd bent in de dode kamer en de galm kamer van de TU! Graag zou ik iets meer informatie ontvangen over de leeftijd van je zoon, de groepsgrootte en de interesse van je zoon. Voor een rondleiding ben je bij ons niet aan het juiste adres, maar ik heb wel de contactgegevens van de persoon die hiervoor verantwoordelijk is. Als je zoon echter een experiment wil uitvoeren in het kader van zijn profielwerkstuk, dan help ik graag!

Ik zie graag een reactie tegemoet.

Groetjes,
Lennard

Beste @merle,

Over jullie onderzoeksvraag: ik zou proberen het een open vraag te maken in plaats van een ja/nee vraag. Dus iets meer in de richting van "hoe verhouden de krachten in ons prototype zich tot de krachten in een echte achtbaan?". Dit kan je uitgebreid beantwoorden, terwijl jullie huidige vraag "Kunnen we ervan op aan dat de natuurkundige verhoudingen tussen een echte achtbaan en ons prototype werkelijk en realistisch zijn?" een ja/nee vraag is. Je zou het stukje 'realisme' nog wel kunnen verwerken in de vraag die ik voorstelde.

Wat betreft de deelkopjes, dit wordt meestal opgesteld als deelvragen. Aan de hand van de antwoorden van de deelvragen kom je uit op de conclusie van de hoofdvraag. Een duidelijke conclusie van je deelkopje is dus eigenlijk het antwoord op de deelvraag.

"En ik heb een beetje het idee dat onze deelkopjes: achtbanen, krachten en energie lijden naar onze onderzoeksvraag voor ons onderzoek! dit is een beetje een probleem, ..."

Hoezo is dit een probleem? Als alle deelstukken lijden naar het antwoord op de hoofdvraag lijkt het me dat je een goed gestructureerd PWS hebt :)
Of bedoelde jullie net wat anders?

Hopelijk kunnen jullie hier mee wat verder, als jullie nog vragen hebben hoor ik het graag.

Groetjes, Cian

Hey @pascalv,

In de praktijk is de p-waarde niet meer dan de dichtheid van de bezoekers. Je zou dat uit kunnen drukken als N/M waarbij N het aantal bezoekers is en M het maximum aantal bezoekers. Zo heb je dus ook een waarde tussen 0 en 1. Volgens mij hangt dit voornamelijk af van twee factoren: de instroom op het vliegveld en de uitstroom op het vliegveld. Als de uitstroom lager is dan de instroom zal de p-waarde steeds hoger worden en uiteindelijk percolatie optreden.

Laat maar weten als jullie nog meer vragen hebben!

Groetjes,
Lennard

Hey @senemkoker,

Dat is prima! Jullie zijn welkom in het Science Centre op de campus van de TU Delft (gebouw 26, Van der Burghweg 1, 2628 CS Delft). Ik zal jullie dan ophalen bij de hoofdingang, aan de kant van de Berlageweg. Als jullie er zijn kunnen jullie mij bellen via het telefoonnummer dat ik in een privébericht heb gestuurd. Hopelijk heb ik jullie hiermee genoeg informatie gegeven, maar als je verder nog vragen hebt, hoor ik het graag!

Tot dinsdag!

Groetjes,
Lennard

@RiverBriet Klinkt goed! Ik heb je een privébericht gestuurd!

Hoi Stefan Harmsma,

En nog meer reactie:
Ik zie in je mail dat jullie een 3He buis willen. Deze hebben wij wel, maar vergunningstechnisch is het echt niet mogelijk deze uit te lenen, buiten dat zo’n buis voor tienduizenden euro’s aan zeer duur 3He gas bevat (kan worden gebruikt voor kernwapens te maken). Dit is dus echt geen optie.

Zie in de aantekeningen dat het ook met een bubble detector kan dus ik zou daarvoor gaan als dit werkt, zeker gezien de zeer lage prijs van 300 euro. Dit lijkt mij een stuk goedkoper dan het alternatief dat wij een ruimte moeten regelen, spullen moeten opzoeken en klaarzetten, en de scholieren wegens veiligheidsvoorschriften constant moeten begeleiden/vergezellen. Een bubble detector heb ik helaas niet anders had ik die graag uitgeleend.

Componenten voor het ‘gas injection system, bestaande uit een neelde valve, shutoff valve, gas lines, en een aantal converters. Dit design is nog redelijk onvolledig, hier zullen we later op terug komen’ zouden we e.v.t. hebben, maar hoe dat met uitlenen buiten de campus zit weet ik ook niet. Hier zijn honderden types van en weet niet precies wat er gevraagd wordt. TNO heeft deze componenten ook zeker."

Groetjes,
Lennard