Hallo Ad,
Sorry voor de late reactie maar we hadden het deze week erg druk en we zijn dus nauwelijks met ons PWS bezig geweest. We hebben eigenlijk één voortdrijvingssysteem en twee zweefsystemen. We zullen ze alledrie even kort uitleggen.
Het voortdrijvingssysteem werkt ongeveer zoals op het volgende plaatje:
De magneten in de trein zijn permanente magneten en de magneten aan de zijkant zijn spoelen die door middel van een wisselspanning van pool kunnen wisselen. De spoelen wisselen op zo'n manier van pool, dat er steeds de situatie die in het plaatje is afgebeeld gecreëerd wordt. Doordat de trein steeds harder vooruit zal gaan, zal de frequentie van de wisselspanning moeten toenemen.
Het eerste en meest simpele zweefsysteem werkt zoals op het volgende plaatje:
Door de aantrekkende en afstotende kracht van de zowel in de trein als in de baan permanente magneten zou de trein moeten blijven zweven wanneer wij hem tussen de magneten "hangen". De vraag die wij stelden ging over dit systeem. We zijn namelijk op zoek naar een formule om de kracht te berekenen die de magneten in het bovenstaande plaatje op elkaar uitoefenen. We zouden namelijk het liefst vóórdat we gaan experimenteren met magneten ongeveer een idee willen hebben van de sterkte van de benodigde magneten en de afstand tussen de baan en de trein.
We willen graag met dit zweefsysteem werken en we zullen hier dus op focusen, maar toch zal ik het alternatieve zweefsysteem proberen te verwoorden zodat je misschien hierbij nog tips kan geven of er fouten uit kan halen. In dit systeem bestaat de baan onder de trein uit verticaal opgestelde permanente magneten met steeds een andere pool naar de trein gericht. Van boven ziet de baan er dus als volgt uit: N - Z - N - Z - N - Z etc. In de trein zitten twee verticale spoelen die voor het zweven moeten gaan zorgen. Wanneer de trein over de steeds andere polen in de baan rijdt, vindt er fluxverandering plaats. De fluxverandering leidt tot een tegenflux in de spoelen in de trein en daardoor ontstaan er twee polen in de spoelen. Door de afstotende kracht tussen de magneten in de baan en de polen van de spoelen in de trein gaat de trein zweven. De trein zal stijgen tot hij een hoogte bereikt waarop de magnetische kracht door de toenemende afstand tussen de trein en de baan in evenwicht is met de fluxverandering (als ik het zo goed verwoord).
We hebben dus al aardig wat theorie bij onze systemen maar we kunnen verder weinig berekenen. We hopen dus dat je ons kunt helpen door formules voor de krachten tussen magneten kunt geven, met name bij het eerste zweefsysteem.
Bij voorbaat dank,
Wessel en Jesse.