We hebben zelf ookal enkele opgaven gevonden/bedacht.
Zou je ons hierbij kunnen helpen?
-
Een jongen in een trein gooit een bal in voorwaartse richting met een snelheid van 35 km per uur. Wanneer de trein voortsnelt met een snelheid van 120 km per uur, bereken dan de snelheid van de bal zoals gemeten door een waarnemer langs de spoorbaan.
-
Een vliegtuig beweegt t.o.v. de aarde met een snelheid van 600 m/s. De lengte van het vliegtuig t.o.v. een coördinatensysteem, waarin het in rust is, bedraagt 50 m, d.w.z. de eigenlengte is 50 m. Bereken de verkorting, die een waarnemer op aarde meet.
-
Een deeltje vervalt in 2x10^-6 s. Hoe groot is de vervaltijd gemeten door een waarnemer in geval het deeltje zich beweegt met een snelheid van 0.8c.
-
Een vliegtuig beweegt t.o.v. de aarde met een snelheid van 600 m/s. Een waarnemer op aarde vergelijkt zijn klok met de vliegtuigklok. Hoe lang duurt het voordat hij waarneemt dat de vliegtuigklok 2 microseconden achterloopt?
-
Raket A reist naar rechts met een snelheid van 0.8c t.o.v. de aarde, terwijl raket B naar links reist met een snelheid van 0.6c t.o.v. de aarde. Hoe groot is de snelheid van raket A gemeten door een waarnemer aan boord van raket B.
-
Raket A beweegt met een snelheid van 0.8c t.o.v. de aarde. Een waarnemer aan boord van raket A ziet een tweede raket B anderen vanuit tegengestelde richting met een snelheid van 0.7c. Bepaal de snelheid van de raket B zoals gemeten door een waarnemer op aarde.
Zou je ons hierbij kunnen helpen hoe we stap voor stap dit kunnen uitwerken? Want als we dit weten kunnen we zelf ook opgaven die hierop lijken bedenken.
Groetjes