Tritratie
-
Kan iemand mij helpen met de volgende vraag?
In een bekerglas zat 10 ml mierenzuur (M 0,300)
Vervolgens werden 3 druppels FFT toegevoegd (fenoftaleine)
Daarna uit een buret de hoeveelheid natronloog (M 0,652) aflezen
wanneer de kleur veranderd naar roze. Er was 11,28 ml
natronloog nodig voor de kleuromslag van het mierenzuur.Hoe kan ik gaan berekenen waarom de molariteit van mierenzuur
0,300 M was? Dit getal was al gegeven maar hoe kan ik dit aantonen? -
Beste,
Wanneer je titreert, weet je hoeveel base reageert met je zuur. Aan de hand van de reactievergelijking kan je dan berekenen hoeveel zuur er heeft gereageerd. Dit doe je op de volgende manier:
[quote]Reactievergelijking: HCOOH + NaOH -> H2O + HCOONa
Er reageert dus 1 H van het mierenzuur met OH van natronloog. De reactie is dus 1 op 1, wat inhoudt dat er evenveel mol mierenzuur reageert als het aantal mol natronloog dat je toevoegt.
Je hebt 11,28 mL natronloog toegevoegd met een molariteit van 0.652: 11,28 mL * 0.652 mmol/mL = 7.35 mmol.
Dit betekent dat er ook 7.35 mmol mierenzuur heeft gereageerd. De molariteit bereken je dan door het aantal mmol te delen door het aantal mL van de mierenzuur oplossing. Dat is in dit geval 10mL: 7.35mmol / 10mL = 0.735 M.
[/quote]
Dit komt helaas niet overeen met je gegeven waarde van 0.300 M. Dit zou kunnen komen door een fout in de titratie. Wij moesten op de middelbare school altijd 3x titreren. Je moest dan minstens 2 titraties hebben waarvan het verschil tussen het aantal mL 0.02 mocht zijn. Van deze titraties nam je dan het gemiddelde. Op die manier ben je er zekerder van dat de titratie goed is gegaan.
Ik hoop dat je er wat aan hebt, ook al klopt het antwoord niet.
Succes!Groetjes,
Tirsa