Hallo,
Voor mijn profielwerkstuk heb ik een hangbrug gebouwd van houten stokjes en deze heb ik aan elkaar vastgebonden met touwtjes (door middel van een pionierstechniek). Vervolgens heb ik de brug opgehangen aan draagkabels bestaande uit 6 bij elkaar gebonden lasdraden. Dit ophangen is gedaan met touw waar we een krachtmeter (bereik 0 tot 5N) tussen gehangen hebben om zo de kracht gelijk af te kunnen lezen.
Nu komen wij er tijdens het verwerken van onze meetgegevens achter dat de krachtverhouding een beetje raar doet en onze begeleider kan er ook geen goede uitleg voor geven. Het blijkt namelijk zo te zijn dat bij onze brug de kracht in het midden ten opzichte van de rest groter wordt naarmate het gewicht in masse minder wordt, dit gebeurd alleen als het gewicht in het midden van de brug hangt. Zo krijgen we bij een massa van 1kg een percentage van 36% van de totale werkende kracht, bij 500 gram een percentage van 42% en bij 250 gram een percentage van 48%. Kan iemand hier een verklaring voor geven? Onze begeleider zat zelf te denken aan een soort 0 punten in de buiging van de brug?
Misschien belangrijk om te weten, doordat we de brug aan krachtmeters hebben gehangen kan deze doorbuigen met wegdek en al omdat de krachtmeter langer wordt naarmate er meer kracht werkt omdat de veer dan simpelweg uitrekt.